Welke kampeerplek in Europa past nu écht bij jouw manier van reizen? Deze gids zet klimaat, regelgeving, bereikbaarheid en kosten helder naast elkaar, met concrete tips voor tent, camper en bivak. Minder gokken, meer genieten.
Bij het kiezen van kampeerbestemmingen in Europa telt meer dan een mooie foto. Klimaat, lokale regels, terrein en bereikbaarheid bepalen of je trip soepel loopt. Deze gids bundelt praktijkkennis van ervaren kampeerders, zodat je weloverwogen kiest. Minder verrassingen, betere routes en plekken die aansluiten op jouw uitrusting en tijd. Dat scheelt gedoe op de dag zelf.
Beste kampeerbestemmingen Europa
Kies per maand op basis van klimaatzones, neerslag en windrichting. Atlantisch West-Europa is wisselvallig, maar geeft je dat frisse groen en volle beekjes. Het Middellandse Zeegebied draait juist op lange droge perioden in voor- en naseizoen; let daar wel op valwinden zoals de Mistral en de Bora. Alpen en Pyreneeën zijn een wereld apart: warme dalen, koude nachten hogerop en in de middag kans op onweer. Een stormvaste tent, goede scheerlijnen en thermische lagen schelen, echt waar.
- Voorjaar: kustroutes Portugal, Andalusië, zuid Italië.
- Zomer: hogere valleien Alpen, Scandinavische meren, Schotse Highlands.
- Naseizoen: Corsica, Sardinië, Dalmatische kust, Griekse eilanden.
In het voorjaar werkt de westkust van Portugal heerlijk mee: stukken van de Rota Vicentina combineren oceaanwind met milde temperaturen. Andalusië rond Cabo de Gata is droog en open; kies haringen die in zand houden. Zuid-Italië – Puglia en de Cilento – is vriendelijk in april/mei, al kan er nog een frisse tramontana doorheen blazen. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat de nachten daar sneller afkoelen dan je verwacht: een fleece in de slaapzak dus.
Voor de zomer: mik op 1.600–2.200 meter in de Alpen (Val d’Anniviers, Ötztal, Aosta). Start vroeg; onweer bouwt na de lunch op. Scandinavië geeft lange dagen bij de meren van Värmland of Dalarna; muggennet en lichte tarp schelen rustmomenten. Schotse Highlands? Fantastisch, maar neem midge-wering mee en plan beschutte kampplaatsen.
“Wind versla je met planning, niet met spierballen.”
Het punt is: check lokale windrozen en kies je dalrichting bewust.
In het naseizoen bloeit de Middellandse Zee weer op. Corsica’s Mare e Monti heeft koelere avonden en warm water. Sardinië’s westkust (Sinis) is ruig en stil; let op de Mistral-dagen. Langs de Dalmatische kust bieden eilanden als Mljet of Lastovo pijnboombossen en heldere bronnen, al zit de Bora soms dwars. Voor Griekse eilanden ontwijk je de Meltemi door te kiezen voor de Ionische kant; als ik het me goed herinner is september daar het zoetst.
Hoe kampeerbestemmingen kiezen voor beginners
Begin met stabiel weer en overzichtelijke paden. Vermijd lange aanrijroutes en hooggebergtepassages waarbij je dagelijks veel hoogte wint; dat slurpt energie. Kies eenvoudige campings met douches, schaduw en een klein winkeltje; dat is wel handig als de gasblikjes op zijn. In ons geval werkte een “basis-camping” met lussen van 12–18 km per dag perfect. Eerlijk gezegd levert minder variatie in klimaat en terrein vaak meer ontspanning op, maar neem het van mij niet aan: test wat bij je past.
- Check gemiddelde neerslag en daglichturen; 12 uur licht voelt heel anders dan 8.
- Plan rustdagen bij water of bosrand voor schaduw en zwemmen.
- Test uitrusting thuis: tentopzet met wind, brander op laag pitje, regendag-scenario.
Kleine extra’s maken verschil: zand- én rots-haringen, een footprint tegen scherpe ondergrond en een lichte puffy voor de avond. Route-ideeën die in de praktijk werken? Kustpaden in Alentejo, een etappe of twee van de Via Alpina, stukjes Kungsleden rond Abisko, of een ommetje in de Cairngorms. Licht plannen, weer volgen, en aanpassen als de kaarten iets anders laten zien dan verwacht – zo simpel is het, maar dat is weer een ander verhaal.
Verborgen Kampeerbestemmingen Europa
Regelgeving rond wildkamperen verschilt echt per land, en dat voel je meteen zodra je de grens over steekt. In Scandinavië geldt het Allemansrecht: één of twee nachten met een kleine tent op niet-gecultiveerde grond, op respectvolle afstand van huizen en boerderijen. Water halen mag, kampvuren alleen als het brandrisico laag is en de lokale regels het toestaan. Het punt is: vrij kamperen kan, maar je gedraagt je als gast. Eerlijk gezegd is dat de kern van alle goede kampeerbestemmingen in Europa.
In Frankrijk kom je veel bivak-opties tegen, vooral in berggebieden. Denk aan de Écrins of Vanoise: vaak toegestaan tussen zoiets als 19.00 en 09.00 uur, bij voorkeur in de buurt van een refuge en met een kleine tent. In de Pyreneeën is een snelle nacht boven de boomgrens doorgaans prima als je je compact opstelt en vroeg weer vertrekt. Schotland blijft een favoriet: de Scottish Outdoor Access Code laat ruim wildkamperen toe op ongecultiveerde grond; vermijd akkers en weides met vee, zet je tent discreet neer en blijf mobiel. Waar mag je dan wél staan? Voor zover ik weet: heide, moeras, ruige kuststroken en hooglanden, mits je geen schade veroorzaakt.
Duitsland en Nederland zijn een stuk strenger. In Duitsland vind je regionale Trekkingplätze in bijvoorbeeld de Eifel of het Zwarte Woud: kleine plekken die je vaak via een simpel systeem boekt, soms gratis, soms voor een paar euro. In Nederland is klassiek paalkamperen verdwenen, maar natuurkampeerterreinen bieden een ruigere sfeer met minimale voorzieningen. In de grensregio’s met België en Luxemburg bestaan nog bivakzones met een paal of platform; als ik het me goed herinner moet je daar met maximaal drie tentjes staan. Dat is wel handig voor een rustige tussenstop, maar neem het van mij niet aan: check altijd de meest recente kaarten van de beheerder.
- Lees lokale regels en respecteer privéterrein; twijfel je, vraag de boer of boswachter.
- Gebruik Leave No Trace minimaal: kleine footprint, geen vuursporen, alles mee terug.
- Denk nacht-per-nacht: geen weekkampen zonder expliciete toestemming, zo simpel is het.
Een paar minder bekende regio’s die vaak wél meewerken met rustige bivaaknachten? In ons geval bleken de Ardèche-plateaus, de bergmeren rond Engadin en sommige Noorse kustscheren goud waard. Klein, stil, en met voldoende afstand tot dorpen. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat sommige Zwitserse kantons boven de boomgrens een “noodbivak” toestaan als je echt compact blijft, maar dat verschilt per gemeente, dus check het ter plekke.
Kampeerbestemmingen In Europa Zonder Reserveren
Buiten het hoogseizoen kun je vaak spontaan terecht, vooral op gemeentecampings in Frankrijk en Spanje of kleine natuurcampings in Duitsland en Slovenië. In bergregio’s geldt geregeld dat een discrete bivak boven de boomgrens wordt gedoogd, mits je laat aankomt en vroeg vertrekt. Controleer vooraf het actuele brandgevaar en markeer waterbronnen op je kaart; een lichte filter en een brandertje op gas zijn dan je beste vrienden. Nou, en als de plek vol is of het weer omslaat, beweeg een dal verder – maar dat is weer een ander verhaal. Echt waar.
Kampeerbestemmingen Europa met kinderen
Rustige campings met veel schaduw, direct zwemwater en korte trails maken het verschil. Het punt is: kinderen laden sneller op als er een plek is waar ze mogen spetteren en bouwen, terwijl jij een pannetje pasta roert. Een familietunneltent met goede ventilatie en een tarp voor extra schaduw werkt vaak beter dan een te compacte koepel. Neem een grondzeil dat net buiten de binnentent valt; dat is wel handig bij ochtenddauw. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat een muggendichte binnentent rond meren je nachtrust echt redt.
- Schaduwrijke plekken aan bosrand of meer.
- Korte, afwisselende trails met veilige ondergrond.
- Faciliteiten als wasplaats en eenvoudige speeltuin.
Als je zoekt naar minder bekende Kampeerbestemmingen Europa met kinderen: de Mecklenburgische Seenplatte (DE) heeft kleine gemeentecampings met steigers en ondiepe oevers; ideaal voor SUP en kikkervisjes spotten. In de Franse Morvan rond Lac des Settons vind je loofbos, beschutte baaien en paden waar een kinderdrager geen hindernis is. Als ik het me goed herinner is het bij Bohinj (SI) koeler dan aan Bled, met overzichtelijke strandjes en shuttlebus naar de kloof. Dichter bij huis zijn de Eifel-maaren met zwemzones en rondwandelingen van 3–5 km heel kindproof.
Houd transferdagen kort: 3 à 4 uur rijden, lunch bij een picknickplek met kraanwater, en dan nog een uurtje om het kamp te zetten. Eerlijk gezegd scheelt een rustdag bij water meer in humeur dan 200 km extra richting zon. Kies lager gelegen dalcampings in de Alpen of Pyreneeën wanneer het warm wordt; boven 1.500 meter zijn nachten frisser maar het onweer kan pittig zijn, zoiets als 17 uur zon en dan plots een bak regen.
Kampeerbestemmingen Europa aan zee
Kustcampings zitten sneller vol, maar wie vroeg kijkt, vindt nog kleine parels. De Atlantische kust (Bretagne, Vendée, Cantabrië) geeft surf, geuren van dennen en koele nachten; de Middellandse Zee biedt warmer water en drogere lucht, al kan de mistral of tramontane stevig huishouden. In Kroatië waait soms de bora, echt waar; kies dan een baai met rotsen die het kamp breken.
Voor je haringen: neem corrosiebestendige zandharingen of schroefharingen voor duinen, plus een set rots- of spijkerharingen voor harde grond. Zet windzekere scheerlijnen laag en dubbel, desnoods met een drybag als zandanker. Spoel ritsen en stokken even af; zout vreet langzamerhand alles op. Crossflow-ventilatie en een lichte binnentent beperken condens bij zeemist.
- Ventilatie en UV-bestendige doeken zijn geen luxe.
- Reserveer windluwe zones achter duinen waar toegestaan.
Concrete tips? In Asturië rond Ribadesella vind je zandstranden met verkoelende nachten. De Landes heeft campings in het dennenbos net achter de duinen, met fietspaden naar de oceaan. In Bretagne zijn baaien als de Baie de Morlaix kindvriendelijk en niet zo druk. Aan de Middellandse Zee werken beschutte cala’s aan de Costa Brava of pijnboomzones op Istrië goed, mits je schaduw vangt. Wie wil er ’s nachts een wapperende voortent? Prijzen wisselen per kustregio, maar dat is weer een ander verhaal.
Kampeerbestemmingen Europa goedkoop
Als je zoekt naar kampeerbestemmingen Europa goedkoop, dan draait het om timing, plek en uitrusting. Eerlijk gezegd haal ik de meeste winst uit reizen in het schouderseizoen en het kiezen van een eenvoudige gemeentecamping. Je staat rustiger, je betaalt minder en de natuurbeleving is er niet minder om.
Concrete regio’s die vaak vriendelijk geprijsd zijn? In Portugal zijn de “parques de campismo municipais” in Alentejo en Beira Interior doorgaans 8–15 euro per nacht, met stilte en kurkeiken als bonus. Spanje heeft in Aragón en Castilla y León veel dorpscampings en áreas municipales die sober maar netjes zijn; ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat sommige zelfs een warme douche met muntjes hebben, zoiets als vroeger. Frankrijk blijft een klassieker: in de Auvergne of de Morvan vind je in elk tweede dorp een camping municipal (als ik het me goed herinner zat ik bij Ébreuil ooit aan 12 euro met stroom). Italië verrast in Abruzzo en Molise met agriturismi die een paar kampeerplaatsen hebben—klein, landelijk, betaalbaar. Verder naar het oosten zijn Prekmurje (Slovenië), Podlasie (Polen) en de Roemeense Apuseni-bergen typisch plekken waar je veel natuur per euro krijgt. Het punt is: je wisselt animatie en glijbanen in voor ruimte, rust en vaak donkerdere nachten.
- Kook zelf en koop lokaal op markten.
- Kies eenvoud boven entertainmentcampings.
- Reis lichter om tolwegen en ferrykosten te beperken.
Over die laatste: de tolcategorie hangt in veel landen af van as- of hoogteklasse. Zonder dakkoffer of zware drager val je soms een klasse lager; dat is wel handig. In Frankrijk en Spanje kun je vaak prima B-wegen nemen langs de snelweg en toch vlot doorrollen. Voor zover ik weet rekenen sommige Baltische en Griekse ferry’s per meter lengte; een compacte set scheelt dan echt geld. Waarom betalen voor een zwembad als de beek naast je tent stroomt?
Let op kleine kostenposten die optellen. Toeristenbelasting varieert per gemeente (Italië en Kroatië rekenen soms per persoon per nacht), douchemuntjes bestaan nog op verrassend veel plekken, en in populaire wijngebieden betaal je meer in de oogstweek. Ik heb de neiging dan een dal of twee op te schuiven—zelfde weer, lagere prijs—maar dat is weer een ander verhaal.
Winterse Kampeerbestemmingen Europa
Winters kamperen werkt als je warm blijft en je dagetappes kort houdt. Isolatie onder je slaapmat, een veilige branderopstelling en een droge luifel maken het verschil. Hoogtes vermijden bij onstabiel weer blijft slim; kies beschutte dalen en regio’s met een zacht microklimaat. La Garrotxa (ES) heeft vulkanische bodems en vaak milde dagen; de thermen rond Viterbo (IT) geven je een warm bad na een frisse nacht; in de Algarve (PT) is het binnenland bij Monchique vaak windluw; in de Peloponnesos (GR) vind je zonnige winterdagen aan de zuidkust. In Oostenrijk zijn het Gailtal en delen van Zuid-Tirol laag genoeg voor begaanbare wegen, met houtgestookte wasruimtes op sommige wintercampings, echt waar.
- Kies campings met winteropenstelling en een droge, verharde plek.
- Plan korte dagritten: lichturen zijn schaars en wegen kunnen glibberig zijn.
- Neem een tweede brandstofoptie mee (gas én benzinebrander) voor koude nachten.
Tip uit ervaring: een extra grondzeil en een oude deken rond de gasfles beperken ijsvorming en houden je brander constanter.
Met deze budgetkeuzes blijf je dicht bij de natuur zonder je spaarpot te slopen. En reis je straks met trein of bus richting die dalen en kusten: houd de overstappen realistisch en pak licht—maar daar komen we zo op terug.
Kampeerbestemmingen Europa met openbaar vervoer
Met trein en bus kom je verrassend ver. Alpenvalleien, Noorse fjordenregio’s en Spaanse sierras zijn goed bereikbaar met regionale lijnen. Lichtgewicht pakken loont; overstappen zijn eenvoudiger met een compacte set. Eerlijk gezegd dacht ik vroeger dat je voor echte bergen een auto nodig had, maar Kampeerbestemmingen Europa die OV-vriendelijk zijn liggen dichterbij dan je denkt.
Vanuit Utrecht stap je ’s avonds in de Nightjet naar Innsbruck, vervolgens de Zillertalbahn naar Mayrhofen en bus 4104 richting Ginzling of de Schlegeis Stausee. Daar kun je kamperen in het dal en omhoog trekken richting de Berliner Höhenweg, met een huttennetwerk als weerbuffer. In Noorwegen reis je met de Dovrebanen naar Otta of met de Bergenlijn naar Myrdal; de Valdresekspressen zet je af bij Gjendesheim voor Besseggen. Voor Spanje is Huesca je poort naar de Sierra de Guara (bus naar Alquézar, camping aan de rand van het dorp) of pak de Media Distancia naar Ronda en de bus door naar Grazalema. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat de zondagdienst in Andalusië nog steeds dun is, dus check timetables ruim van tevoren.
Reken niet op spontane aansluitingen. De boemel wint vaak van de sprint.
- Plan met realistische overstaptijden.
- Vermijd laatste-boot afhankelijke routes.
- Gebruik huttennetwerken als weerreserve.
Dat “laatste-boot” punt is in fjordenlanden essentieel: mis je de veer over het Gjende of een lokale fjord, dan is je dagetappe meteen omgekeerd. Voor zover ik weet vallen veel veerdiensten onder het reguliere OV, maar uitval bij wind is niet ongewoon. In Spanje speelt juist hitte: plan een schaduwmiddag in Alquézar en start trails bij zonsopkomst, dan zijn die overstappen ineens minder stressvol. Het lijkt me ook slim om je route te tekenen langs dorpen met een kleine supermercado en fonteinen; water is in de sierras waardevoller dan de mooiste viewpoint, maar dat is weer een ander verhaal.
Qua uitrusting: een 40–50 liter rugzak, tent onder 1,5 kg, brander met windscherm en je stokken aan de buitenkant. Past in het bagagerek en je kunt soepel door smalle treinpaden. Een lichte drybag voor modderige haringen is echt geen luxe; geen conducteur die klaagt en jij houdt je slaapzak schoon. Dat is wel handig.
Tent of camperbestemmingen kiezen zonder spijt
Tent geeft flexibiliteit en toegang tot berg en kust; camper biedt comfort en autonomie. Het punt is: terrein stuurt de keuze. Smalle bergwegen in de Dolomieten (Sella-pas, Gardena) en de kloven van de Picos de Europa vergen compact rijden en stalen zenuwen; met een busje of daktent voelt dat relaxter dan met een 7,5-meter kolos. Uitgestrekte kusten zoals de Alentejo of delen van de Baltische kust verdragen groter formaat en bieden meer vlakke standplaatsen, al gelden er lokaal nachtrustregels die je even moet checken. In ons geval bleek een tent ideaal in de Vercors (Valence-TGV + bus, korte aanloop, veel bivakplaatsen), terwijl een compacte camper op Lofoten rust gaf bij wisselvallige wind – als ik het me goed herinner, stonden we toen tussen Ramberg en Flakstad waar de E10 nog te doen is.
- Tent-best: Vercors-plateau, Sierra de Guara-canyons, Zillertal-zijvalleien met hutten als plan B.
- Compacte camper: Atlantische kusten met wind (Galicië), fjordenwegen met wisselweer (Sognefjord), urban stopovers met lage emissiezones.
- Twijfelgeval: Dolomieten en Triglav: kies tent + OV, of een korte camper met goede motorrem.
Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar routes die werken in de praktijk zijn die waar weer, vervoer én formaat elkaar niet in de weg zitten. Zo simpel is het.
Goede Europese kampeerreizen draaien om een eerlijke match tussen weer, terrein, regels en jouw uitrusting. Wie slim plant, vindt rust in het hoogseizoen en ruimte buiten de platgetreden paden. Houd het simpel, check de feiten per land en reis licht. De feiten spreken voor zich.

 
							