De stille waarheid over overstromingsveilig kamperen die kaarten je niet vertellen

Veel kampeerders beseffen niet hoe snel water kan stijgen. Deze gids laat zien hoe je terrein leest, waterstanden volgt en je kamp slim opzet. Met concrete uitrustingtips en keuzes voor Nederlandse campings waar je droog blijft.

Bij het kiezen van een plek aan water is het uitzicht vaak leidend, terwijl juist overstromingsveilig kamperen bepaalt of je nacht rustig verloopt. Het is belangrijk om te weten hoe je het terrein leest, wat waterstanden betekenen en welke uitrusting verschil maakt. Hieronder vind je een nuchtere, praktijkgerichte aanpak die werkt aan rivier, meer en kust. Dat is de realiteit.

Terrein lezen aan rivier en kust

Een veilige plek begint met kijken. Als je langs de Waal of IJssel loopt, zie je het meteen: subtiele hoogtelijnen, oude oevertaluds met ruwe wortelkluiten, stroken riet die platgedrukt zijn, en een wraklijn van blad en drijfhout. Dat is de handtekening van vorige pieken, echt waar. In uiterwaarden mik ik op de hogere ruggen – vaak net een meter hoger, maar dat maakt het verschil. In duingebied, zoals bij Schiermonnikoog of Zuid-Kennemerland, blijf ik weg van duinpannen waar water zich verzamelt na windopstuwing of springtij. En zet je tent nooit in natuurlijke geulen of naast noodoverlaten; die zijn ontworpen om vol te lopen.

  • Noteer een hoog referentiepunt voor je kamp, bijvoorbeeld een boom met markering of de rand van een talud.
  • Check de bodem: nat zand met donkere strepen of klei met droogtescheuren wijst op recente pieken.
  • Houd afstand tot buitenbochten van de rivier; daar vreet de stroming sneller aan de oever.

Als ik het me goed herinner, vertelde een schipper me ooit dat je aan rimpelpatronen in het zand ziet hoe water liep. Zie je een brede, schone strook grind? Dat is vaak een tijdelijke stroombaan. Het punt is: water volgt patronen. In meanders kies ik liever de binnenbocht, iets hoger op het terras, met zicht op een uitweg. Langs meren zoals het Lauwersmeer speelt windopstuwing een rol; zoek dan een lichte rug uit de wind, niet de laagste luwtekom achter het riet, hoe verleidelijk dat ook klinkt.

Hoe kies je een overstromingsveilige kampeerplek voor beginners

Begin met een simpele regel: hoog, stevig en weg van stroming. Kies een plek die minimaal één volwassen boomhoogte van de oever ligt, op compact zand of stevig gras. Test de ondergrond: trap eens stevig of druk een haring in; in klei wil je diep verankeren, in los zand werkt een deadman-anker beter, maar dat is weer een ander verhaal. Zorg voor een vrije route naar een hoger punt binnen 60 seconden lopen. Een kleine helling (1–3%) is fijner dan een strakke, vlakke kom; als het stijgt, kan water dan weglopen en staat je grondzeil niet te drijven. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat een lichte rug aan de rand van de vegetatiezones, net boven de wraklijn, in 9 van de 10 gevallen de beste call is.

Eerlijk gezegd is een eenvoudige schets in je notitieboek met pijlrichting van afvoer en obstakels dat is wel handig als het donker wordt en je snel moet schakelen.

Geschiedenis van overstromingsveilig kamperen

In Nederland is kamperen in uiterwaarden en polders oud gebruik. In de Betuwe en langs de Maas stelde men vroeger de hogere ruggen in droge seizoenen open, terwijl bij hoogwater iedereen richting dijkvoet trok. Je ziet dat nog in de Biesbosch: kleine, veilige ophogingen tussen kreken. We leren er nog steeds van: kies ruggen, ken je afvoerroute, respecteer tijdelijke sluitingen van uiterwaardcampings. In ons geval helpt het om lokale namen te onthouden; “waaien” en “kommen” verraden vaak het reliëf. Voor zover ik weet sluiten beheerder en boer zelden uit voorzorg zonder reden.

Straks haakt dit mooi aan op slim plannen met weer en waterstanden; terreinlezen is stap één, de dynamiek van peilen en wind bepaalt hoeveel speling je echt hebt. Zo simpel is het.

Slim plannen met weer en waterstanden

Waterstanden bewegen trager dan buien, maar de piek kan verraderlijk snel komen. Eerlijk gezegd vertrouw ik pas echt op mijn plan als ik zowel de neerslagradar als de afvoer van de bovenstroomse bekkens heb gecheckt. Kijk naar regen boven Maas, Rijn en hun zijrivieren; die regen komt soms pas na vele uren als golf langs. In Nederland publiceren Rijkswaterstaat en de waterschappen actuele peilen en verwachtingen; als ik het me goed herinner heten de dashboards zoiets als Waterinfo en de Hoogwaterbulletins. Zet meldingen aan en plan met marge: vertrek eerder dan je denkt nodig te hebben als het peil doorstijgt.

Waarom twee keer per dag checken? Omdat de trend belangrijker is dan de snapshot. ’s Ochtends bepaal je je opties, ’s avonds herzie je ze en leg je je exit trigger vast: bijvoorbeeld “bij +20 cm per 3 uur breken we op”. Het punt is: als het steigert, ga je eerder. Nachtelijke stijgingen ontstaan vaak wanneer afvoergolven samenkomen; op de Maas kan dat net na middernacht zijn, op de IJssel wat later, ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat het afhangt van de neerslagverdeling in het stroomgebied.

Plan op trend, niet op momentopname. Houd je eigen drempelwaarden aan en communiceer ze in de groep.

Aan de kust speelt springtij mee. Combineer dat met windopstuwing en grote meren (IJsselmeer/Markermeer) reageren ineens als brede badkuipen. Een langdurige westenwind kan het water tientallen centimeters opstuwen; ik meen dat ik eens ~30–40 cm zag in een nacht, maar neem het van mij niet aan, check de verwachting. Bij zulke settings kampeer je korter en dichter bij je noodroute. Voor rivieren in uiterwaarden: ook zonder regen op jouw plek kan opkomend water binnen een paar uur je kamp bereiken. Zo simpel is het.

Praktisch werkt het met simpele routine:

  • Ochtend en avond de trend checken: grafieken, peilen, debieten. Niet alleen de actuele waarde.
  • Voor kust en meren: let op springtij en verwachte windrichting/duur voor opstuwing.
  • Reken expliciet met nachtelijke stijgingen en kies je slaapplek zó dat je in één keer naar hogerop kunt.

Ik log zelf drie getallen in een notitie: huidig peil, 6-uurs trend, en verwachte piek. Klinkt nerdy, werkt rustgevend. En ja, soms besluit je te vroeg te vertrekken en gebeurt er niets. Dat is de prijs van conservatief plannen, maar dat is weer een ander verhaal.

Outdoor Winkels Nederland Voor Overstromingsveilig Kamperen

Zoek winkels met een serieuze water- en bergsportafdeling; daar snappen ze stroming, zand en klei. Vraag gericht naar waterdichte drybags, stevige haringen voor zand/klei, lichte reflecterende scheerlijnen, een noodfluitje, een hoofdlamp met roodstand en een compacte schop. Laat je uitleggen hoe je verankert in zachte bodem en hoe je deadman-ankers maakt; dat is wel handig en, echt waar, het scheelt bij windopstuwing of natte klei.

Overstromingsveilig Kamperen Checklist Nederland

  • Waterdichte tassen voor slaapzak en kleding
  • Extra scheerlijnen en zandlaatjes of deadman-ankers
  • Noodroute op kaart en in telefoon offline
  • Hoofdlamp binnen handbereik
  • Weer- en waterstandmeldingen geactiveerd
  • Schoenen die nat mogen worden apart van een droge set

Uitrusting die het verschil maakt

Niet elke regenjas en waterdichte rits houdt je veilig bij hoogwater. Bij overstromingsveilig kamperen draait het om twee dingen: droog en warm blijven en snelle verplaatsing als het peil stijgt. Een tent met sterke boogconstructie (minstens twee tot drie kruispunten) staat stabiel op winderige oevers van de IJssel of langs het Markermeer. Ventilatie is cruciaal om condens bij vochtig weer te beperken; hoge én lage vent-openingen, en bij voorkeur een binnentent met deels dichte stof zodat spetters geen kans krijgen. Verhoog je slaapgedeelte: een dichte footprint met hoge waterkolom onder de binnentent, plus een mat met voldoende isolatie. Bagage gaat in drybags aan de hoge kant van de helling, niet in de geul waar water het eerst doorheen schiet.

  • Gebruik brede, platte haringen of ingegraven ankers in zandige uiterwaarden.
  • Bewaar elektronica in IPX-geclassificeerde etuis.
  • Pak een grab-and-go zak met identiteitsbewijs, sleutels, snacks en warme laag.

Eerlijk gezegd heeft een geodetische koepel met 9–10 mm aluminium stokken mij vaker gered dan een ultralichte tunnel met spaarzame scheerlijnen. Als ik het me goed herinner, was dat aan de Maas bij Roosteren: nat zand, plots opstekende wind, en toch bleef alles staan dankzij brede sand stakes en extra knopen op de scheerlijnen. Ventilatie open laten, ook als het miezert, scheelt liters condens. Voor het slaapsysteem is een gesloten-celmat onder je luchtmat een onderschatte upgrade; het lijkt me dat je lichaam dan net die buffer heeft tegen optrekkend vocht en koude grond.

Uitrusting Voor Overstromingsveilig Kamperen Kopen Tips

Kijk minder naar waterkolomcijfers en meer naar structuur. Het punt is: stevige stokken, extra scheerlijnpunten en een zeil dat laag kan worden gepitched doen meer voor veiligheid dan nog eens 1000 mm op het label. Drybags met purge valve zijn echt goud; lucht eruit, compact inpakken, dat is wel handig als je in klei of rietland snel wilt verkassen. Neem lichtgewicht sand stakes mee of maak deadman-ankers met zakjes gevuld met zand of stenen als je rond de Waal in los grind staat. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat lineloks met grove grip beter werken in koude vingers dan kleine driehoekjes; kleine details, groot verschil bij nachtelijk verplaatsen.

  • Kies stokken met degelijke koppelingen (DAC/7001 Alu) en controleer reservescheerlijnpunten.
  • Neem reflecterende koorden en markeerclips; struikelen kost tijd en energie.
  • Gebruik snake skins voor je tarp zodat je in minuten kunt in- en uitpakken.

Professionele Uitrusting Voor Overstromingsveilig Kamperen

Uit de professionele hoek komt spul dat klein is maar veel oplevert. Een compact weerstation of anemometer helpt bij het inschatten van windopstuwing aan open water, bijvoorbeeld bij het Ketelmeer; je ziet meteen of de druk oploopt. Een opvouwbare schop voor het ingraven van ankers, een reddingsfluit op je borstband, reflecterende koorden en een isolatiedeken horen thuis in de buitentas, niet onderin. Voor groepstochten kan een kleine werplijn nuttig zijn om iemand te zekeren bij ondiep stromend water, mits er training is en de risico’s helder zijn, maar dat is weer een ander verhaal. Vergeet niet: goed verankeren weegt zwaarder dan luxe gadgets. Heb je ooit gezien hoe snel zand een te smalle haring loslaat bij stijgend water? Dan snap je waarom brede ankers en een stevige scheerlijnopstelling, liefst met dubbele bevestigingspunten, jouw beste verzekering zijn, echt waar.

Veilige opstelling en vluchtroutes

Plaats je kamp alsof het water vannacht een sprong kan maken. Zet de tent met de smalle zijde in de richting van mogelijke stroming of opstuwing; dat scheelt druk op het doek en geeft minder kans dat golven onder je buitentent slaan. Houd een vrije strook richting hoger terrein: een denkbeeldige baan van tentdeur naar je veilige punt. Geen auto, fiets of tarp ertussen. Het punt is: die vluchtroute moet blind te volgen zijn.

Markeer alle scheerlijnen met reflectie of kleine lichtgevende tabs. In de IJsselvallei heb ik eens om 3 uur ’s nachts verkast; als ik het me goed herinner struikelde de buurman toen over een onzichtbare lijn. Reflectie scheelt blauwe plekken én tijd. Test je route bij daglicht, loop ’m ook even met de hoofdlamp. Klinkt streng? Eerlijk gezegd is het een kleine moeite.

Een praktische gewoonte: kies bij aankomst een nulpunt (bijvoorbeeld een steen of streep op een paal) en noteer de waterlijn. Bij stijgend water check je elk uur dezelfde referentie. Dat maakt het minder gevoelig voor “het lijkt mee te vallen”. In ons geval heeft die simpele check ons in de Biesbosch al eens een nat pak bespaard.

Koken doe je bovenstrooms van je slaapplek, op een stabiele ondergrond, nooit in een geul of karrenspoor waar water kan samenkomen. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat de meeste tentdrama’s beginnen met modder, niet met een vloedgolf; een pannetje dat omgaat in een microgeul is genoeg om je isolatie te verpesten. Parkeer je auto zo dat je direct vooruit weg kunt. Fietsen? Leg ze plat naast de route of helemaal aan de hoge kant, niet haaks voor je deur. Dat is wel handig wanneer je in het donker snel wilt vertrekken.

  • Bewaar één set droge kleding en schoenen in een aparte tas bij de uitgang.
  • Houd kookplek bovenstrooms en stabiel, nooit in een geul.
  • Controleer elk uur bij stijgend water het nulpunt dat je vooraf koos.

Overstromingsveilig kamperen vs wildkamperen

Op officiële campings rond de Maas of de Gelderse Poort zijn beheer en meldingen meestal strak geregeld; hoogwatervrije velden zijn vaak aangegeven en er hangen evacuatiepijlen. Wildkamperen voegt onzekerheden toe: geen beheerder die je wekt, onduidelijke afvoerwegen, soms lokale regels waar je nét naast zit. Wie toch buiten de paden gaat, houdt extra marge, blijft hoog op oeverwallen of rivierduinen en vertrekt bij twijfel meteen. Simpel gezegd. Voor zover ik weet sluiten sommige uiterwaardterreinen bij voorspeld hoogwater; prima, want dan zijn keuzes al voor je gemaakt. Op de Waddenkust speelt tij weer mee, maar dat is weer een ander verhaal.

Overstromingsveilig kampeerpakket kopen zonder ervaring

Begin licht en gericht op verplaatsing: een middelgrote rugzak, twee drybags voor kleding en slaapspul, stevige haringen die ook in nat zand houden, een betrouwbare hoofdlamp, powerbank, en een ademende regenlaag. Laat zware “noodgadgets” liggen als je ze toch niet gaat gebruiken; gewicht is brandstof voor twijfel wanneer je snel wilt gaan. Neem een kleine noodtas bij de uitgang met ID, sleutels, wat snacks en een warme laag; die grijp je als eerste. Een korte werproute naar hoger terrein in je hoofd helpt meer dan drie messensoorten, echt waar. Oefen het in- en uitpakken een keer op een nat grasveldje bij de Lek; als je dan binnen vijf minuten klaarstaat, zit je goed.

Waar staan in Nederland zonder natte voeten

Niet elk mooi plekje is slim bij hoogwater, zeker niet langs rivieren waar uiterwaarden seizoensafhankelijk zijn en campings soms dichtgaan zodra het peil stijgt. Bel vooraf en vraag expliciet naar hun hoogwaterprotocol en welke velden ze als hoogwatervrij aanduiden in natte periodes. In rivierengebied mik ik op oeverwallen (die natuurlijke, iets hogere zandige randen), de dijkvoet van een primaire kering of oude rivierduinen zoals bij de Maas. Bij meren kies ik liever de hoger gelegen oevers aan windafwaartse zijde als er opstuwing dreigt; het IJsselmeer kan met een noordwester flink verrassen, echt waar. Aan de kust zit je achter de primaire duinen meestal goed, maar lage polders achter oude kades zijn listig omdat water daar kan blijven staan. Het punt is: hoogte is fijn, maar ook hoe snel je er wegkomt als het toch misloopt.

Terrein lezen helpt. Zandige gronden met flauwe helling en zichtbare afwateringslijnen richting sloot of rivier zijn vaak betrouwbaarder dan kleiige kommen waar wilgenstobben en rietpluimen aangeven dat het er lang nat blijft.

  • Kies velden met natuurlijke afwatering en een verharde toegang die niet door een geul loopt.
  • Vermijd lage komgronden achter kades waar water kan blijven staan.
  • Check lokale meldingen van gemeenten, waterschappen en beheerders bij rivieren en meren.

Als ik het me goed herinner, zet Rivierland meldingen vaak via Twitter/website; voor zover ik weet doen Hoogheemraadschappen rond het Hollands Utrechts plassengebied dat ook.

Concreet in Nederland? Langs de Waal en IJssel kun je prima staan op de hogere randen bij Doesburg, Zaltbommel of rond Pannerden, maar vraag de beheerder of het veld op een oeverwal ligt of in een kom. Mooi plekje langs de Maas bij Mook of de Maasheggen? Check of je op die oude rivierduinen mag staan; een halve meter scheelt ineens zeeën. In Friesland rond het Lauwersmeer let ik op windrichting en opstuwing; bij storm koppel ik de auto op een verhard vak aan de droge kant van het terrein. Zeeland: campings aan de duinvoet zijn meestal veilig, laaggelegen binnendijkse weilanden minder. Ik ben er niet 100% zeker van maar ik denk dat sommige terreinen in de Biesbosch inmiddels vaste hoogwatervelden hebben, maar neem het van mij niet aan: bel even en vraag naar het kaartje met peilen. Eerlijk gezegd is dat telefoontje de beste investering van je weekend.

Beste overstromingsveilige campings Nederland

Zoek campings die hoogwatervrije standplaatsen aanbieden en duidelijke evacuatieborden hebben. Verhoogde vlonders voor tenten en een verhard parkeervak naast het veld zijn goud waard; dat is wel handig als je ’s nachts snel weg moet. Een actueel bord met waterstanden en het nulpunt van het terrein geeft vertrouwen, zeker als de beheerder precies kan vertellen wat ze doen als het stijgt. Vraag naar hun ervaring bij eerdere hoogwaters: welke velden gingen dicht, welke bleven open, en welke route blijft begaanbaar voor hulpdiensten. In ons geval vraag ik ook of de slagboom open blijft bij een waarschuwing en of ze een sms-alert gebruiken, zoiets als “peil +40 cm, verplaatsen naar vak B”. Klinkt nerdy, maar bij overstromingsveilig kamperen telt elke minuut, maar dat is weer een ander verhaal.

Veel veiligheid zit in voorbereiding en nuchtere keuzes. Lees het terrein, volg de trend in waterstanden en leg je kamp zo op dat inpakken in minuten kan. Met een paar doordachte gearkeuzes en een vrije vluchtroute blijft kamperen aan water ontspannen, ook wanneer het peil onverwacht doorstijgt. Dat is de realiteit.

Jeroen van der Berg

Camping specialist met meer dan 15 jaar ervaring in outdoor activiteiten. Oprichter van Kamperen met Jeroen, waar hij eerlijke en praktische adviezen deelt over kampeeruitrusting. Zijn filosofie "zonder poespas" is gebaseerd op echte veldtesten. Woont in Amersfoort en verkent elk weekend de Nederlandse natuur met zijn gezin.

Verder lezen

Post navigation